Breuken gelijknamig maken

Het 5 stappenplan

Gelijknamige breuken zijn breuken met dezefde noemers. Als je breuken gaat optellen of aftrekken is het nodig om gelijke noemers te hebben. Als ze niet gelijk zijn moet je ze dus gelijknamig maken. In dit 5-stappenplan gaan we hiermee oefenen. In de laatste stap krijg je het diploma.

Stap 1

Stap 3

Stap 4 - Meerkeuze

Probeer alle 15 vragen goed te beantwoorden!

Stap 5 - Haal je diploma

Beantwoord alle 20 vragen goed en krijg het diploma!

Beschrijving Breuken gelijknamig maken

De eerste stap om een breuk gelijknamig te maken is het bepalen van de noemer. De makkelijkste manier is het kijken of de kleinste noemer gelijk gemaakt kan worden aan de grootste noemer.

Voorbeeldsom 1: 13 + 16

Om deze twee breuken gelijknamig te maken moet je zorgen dat beide breuken dezelfde noemer krijgen.
In dit voorbeeld kunnen we eenvoudig van 13 -> 26 maken door de teller en de noemer beide keer 2 te doen.

Hierdoor krijgen we twee gelijke breuken namelijk: 26 + 16.

Voorbeeldsom 2: 23 + 15

In dit voorbeeld kunnen we niet in een keer de kleinste noemer gelijk maken aan de grootste noemer.
Daarom moeten gaan proberen om de grootste noemer keer 2 te doen en dan te kijken of het deelbaar is door de kleinste noemer. Als dit niet lukt proberen we keer 3, keer 4 enzovoorts.

De grootste noemer is 5. 5 x 2 = 10 Nu kijken we of 10 deelbaar is door 3. Nee, niet mogelijk. Nu proberen we 5 x 3 = 15. 15 is wel deelbaar door 3.

Nu moeten we zorgen dat we beide noemers 15 maken. Het is belangrijk om de teller en de noemer beide keer hetzelfde getal te doen. Om van 5 -> 15 te maken doen we x 3
15 wordt 315.

Om van 3 -> 15 te maken doen we x 5
23 wordt 615.

23 + 15 -> 615 + 315